Tijdens de voetreis langs een kleine rivier
in de schaduw van hoog begroeide oevers
wist ik mij door monniken omgeven
eeuwen geleden op weg naar hun kapel.
Bij een voorde waadden zij waardig
naar de jonge boom aan de overzij
zoals de rituele weg gebood
beschreven voor het spatiamentum.*
Hier scheidden onze wegen naar het leek,
aan stalen kabels weersprak het veer
de teksten van bezwering.
In het donkere water van een schijnkapel
zag ik in gevierde eenzaamheid
een oude schildering in groen gedragen.
Marinus
*een wekelijkse bezinningswandeling