Ik heb de leegte gezocht
van een warme zomermiddag die verging
in het Kootwijkerzand zonder daden
geruisloos, licht bewolkt, verlaten.
Dit zand heeft alles toegedekt
met ongeschonden verten
niet wetend wat stormen benamen
waarin reizigers hebben gedwaald.
Dit is natuur nog in dit land
die tevredenen of legen overstemt
zonder roepende in de woestijn
geen kemelsharen jas te zien
van een wegbereider lang geleden
de boetgezant te allen tijde.
Marinus