Staand op de brug over het spoor
zag ik na de oorlog de treinen komen
in het geblakerde eindstation.
Nog zuchtten ze onder de rook
van het vuur in de loc
die knarsend en blazend vertraagde
stilstaand even later zonder tekens
van vertrek bij de bok aan een perron
dat langzaam uitgestorven raakte
na de omhelzing van weergekeerde reizigers.
Ik wachtte nog op het keren
met het draaiplateau van het rangeerterrein.
Weer in het weidegebied zou een rookpluim
met alle stedelijke somberheid verwaaien.
Marinus
stedelijke somberheid……. het verval mooi verwoord terwijl de velden en akkers steeds opnieuw weer opkomen.
Ik kom ook altijd op adem op het platteland.(glimlach)
Monet liet die vreugde al doordringen tot “zijn” station (Parijs, Gare St.-Lazare) als hij buiten de stad ging schilderen en daarvoor de trein nam.