In het stille weigehucht
-oude kerk, graven, boerderijen, wilgen-
wacht ik haar die in de stad
een brief leest uit dit land.
Tussen tafel en stoel staat ze
in blauw van wilde cichorei
getint door binnenvallend licht
van een onzichtbaar raam.
“Waar ik nu ben, zijn vogels weergekomen
nu het voorjaar oude kleuren schept
om schuren, waar zwaluwen broeden
die nestelen in ver verleden.”
Marinus
Ik begrijp het niet helemaal geloof ik.
Kan toch gebeuren niet waar?
Vermeer schilderde in Delft “Een brief lezende vrouw in het blauw” (1663). De dichter van nu wil zijn paradijsje met haar delen.
Prachtig hoor