Woest landschap dat nu fraai
ons de adem beneemt
laag na laag werden de eeuwen
er onbegaanbaar neergelegd.
Kraanvogels rusten er
als zij in het voor- en najaar
hun lange vluchten maken,
voorbij de winter, naar hun dans.
Vergeten werkers staken ’s zomers turf
hadden nauwelijks goesting
in hun korte leven hier.
Waar nu het water heerst
zijn zij verrimpeld voor hun tijd
in dagelijkse stoet voorbijgegaan.
Maarten ‘Marinus’ van Kessel,
maart 2011