
Hoog boven de heide
zingen leeuweriken deze morgen
hun voorjaarslied weer
bij het verlaten klooster
alsof zij ons vergezellen
naar gedachten aan komende dagen
jij en ik dwalend
naderend het negende getij
het kleppen van de klok
brengt ons naar zuidelijke oorden
bloeiende clivia’s worden aangelicht
in de zon van het middaguur
Pasen al nabij
een blauwe watervogel voor de kust
Marinus te Velde