(Vrij naar een verhaal van Couperus)
Hij zag de vuurvliegjes zwevende
boven de dijk van Ama-no-Hashidate*,
een maanlichtavond met een hemelladder
die langzaam uit het water rees.
Nu leken ze hem te stijgen, aanreikend
een zinderend geloof dat verlangen
gevleugeld opwaarts laat gaan
naar de eeuwige sterrenhemel.
Jonge vrouwen naderden het oeverriet,
waaierden talloze levende vonken bijeen,
die ze even dicht op hun huid lieten glanzen.
In ongeloof zag hij het schijnsel gedoofd
in het holst van de nacht begraven,
toen ook de laatste vlucht verdwenen was.
Marinus
*Uit het verhaal “Vuurvliegjes”, dat Louis Couperus
in 1922 schreef na zijn Japanse reis. Het werd
gebundeld in “Het snoer der ontferming”.