Velen die hem lazen, vonden het café
waar Kafka soms voorbijging
als hij zijn vrijheid had ervaren
met de schimmen die hij schiep.
Aan Gregor was hij nooit ontkomen,
die met angst en schuld beladen was.
In een stad van duister denken
had hij de reiziger-in-stoffen op zijn rug.
Franz zag zijn vader de appel gooien
naar de kever die hij droeg en die hem
telkens weer naar huis dwong.
Uit het café klonk sobere vioolmuziek
die Gregor zou herinneren
aan de mens van goede wil.
Marinus