De in Noord-Ierland geboren Seamus Heaney (1939) vestigde zich in 1972 in de Republiek Ierland, eerst in Co. Wicklow, daarna in Dublin. In 1975 verscheen zijn dichtbundel North, die naar de politieke situatie van Noord-Ierland in die jaren verwijst. Bij het vertalen van het titelgedicht trof me vooral hoezeer de dichter zich verbindt met tijden en ruimten, die een bijna mythisch verband met de actuele situatie suggereren.
Noorden
Ik keerde terug naar een lang strand,
de gebeukte beschoeiing van een baai
en vond slechts de ongewijde
krachten van de Atlantische dondergolven.
Ik zag voor me de bleke
invitaties van IJsland,
de aandoenlijke nederzettingen
van Groenland, en plotseling
die legendarische schepen
die in Orkney en Dublin liggen
gemeten aan
hun lange roestende zwaarden,
die in de krachtige
schoot van stenen schepen,
die uitgehouwen en glinsterend
in de kiezel van ontdooide stromen
oceaan overschreeuwende stemmen werden
die me waarschuwden, toenemend
in kracht van openbaring.
De zwemmende tong van het vikingschip
zei achteraf bemoedigend
dat Thors hamer zich richtte
op de ligging voor de handel,
geheimzinnige verbindingen en wraakzucht,
de gehaten en achterbaksen
van het parlement, leugens en vrouwen,
beproevingen die om vrede vroegen
bij de herinnering aan het verspilde bloed,
zei, ‘Leg je neer
in het woord, ga schuil
in de kronkelingen en het schijnsel
van je gegroefde brein.
Voeg in duisternis samen.
Verwacht aurora borealis*
tijdens de lange tocht
maar geen waterval van licht.
Houd je oog helder
als de luchtbel in de ijskegel,
vertrouw het gevoel van de ruwe vondst
dat je handen je hebben leren kennen.’
Vertaald door Marinus
*noorderlicht