De kade is weerloos verweer,
een waterlinie tegen alle stadsvertoon
dat het groene hart bezwaart
voor de moloch van brute groei.
Dit pad heeft verten bewaard,
honderden vogels waaieren uit
zwevende boven weiden en veen.
Wilde ganzen waken, waar zwaluwen dansen.
Ik heb hun woordloze verhaal hervonden,
in oude tekst herkend, die spreekt
van wildzang, ruimte en duur.
Achter wolken zie ik steden
waar de luchtmens is gebleven,
stadse kaden, oude bomen toegedaan.
Marinus