Op sommige plaatsen in Europa vinden we een rots die met een burcht bekroond wordt. Net over de grens bij Enschede bijvoorbeeld ligt bij Bad Bentheim zo’n fraai kasteel. Jacob van Ruisdael schilderde het enkele malen na zijn reis in 1650 naar dit gebied. Het Haagse Mauritshuis heeft zo’n schilderij in 2009 verworven. In onze tijd schreef Willem Brakman (1922-2008) de novelle De reis van de douanier naar Bentheim (1983), waarin het kasteel een belangrijk verbeeldingselement is. Met name de daarin aanwezige oubliette, waarin gevangenen in vroeger eeuwen “vergeten” aan hun lot werden overgelaten, is voor verschillende verhaalpersonages van Brakman een dreigende ruimte.
Zo zijn we op deze poosplaats bij Bentheim in de loop van de geschiedenis steeds opnieuw in fraaie illusies gevangen geraakt. Maar de ridder zag zijn gedroomde kasteel op de rots werkelijkheid worden. De schilder wist op zijn doek het landschap, de lucht, de wandelaars en de burcht in een prachtige eenheid te vangen. De schrijver verbond Bentheim met het lot van zijn verhaalfiguren, en de dichter – die deze illusiereeks voortzette – raakte tenslotte in de ban van de oubliette, eens een helse plaats, nu een steen bij de illusie dat schoonheid slechts het goede insluit, een menetekel voor wie de vesting rondgaat.