Dicht bij het houten huis
draaien oude zuwen
in dit lage, ronde land
om flarden drassig veen.
Het pad slingert winters
langs geknotte wilgen
en verbleekt riet
om het mes van dorre galigaan
naar een ongerepte stilte
waar vogels kunnen schuilen
bij een nog behouden kreek.
Het huis wordt spil
voor de bewoner die tijdelijk
hier zijn wegen kiest.
Marinus te Velde