Wie zij waren, komen bijeen
in hallen van geluk en troost
gezien door metgezellen
uit een nieuwe tijd.
Ik zoek wat hen bewoog
die met duistere woorden,
klanken, beelden, kleuren,
vormen en dansen
onderweg of aan het einde van hun reis
toegang vonden tot deze ruimten
die ingericht en in gebruik genomen werden
voor noden van een wankel bestaan
dat zich had afgespeeld over de grens
van wat een mens kan zeggen.
Marinus,
oktober 2011