Een terugblik met Marinus
Wat men aan de tijd verspeelt, wordt in nevels naar de nacht gedragen…. (Uit: Door to the river)
Uit: DUYTSE LIER (1671)
Air
Droom is ‘t leven, anders niet;
‘t Glijt voorby gelijk een vliet,
Die langs steyle boorden schiet,
Zonder ooyt te keeren,
d’ Arme mensch vergaapt sijn tijt
Aan het schoon der ydelheyd,
Maar een schaduw die hem vlijt.
Droevig! Wie kan ‘t weeren?
d’ Oude grijse blijft een kint,
Altijd slaap’rig, altijd blind;
Dag en uure,
Waart en duure, *
Word verguygelt* in de wind;
Daar me glijt het leven heen.
‘t Huys van vel en vlees, en been
Slaat aan ‘t kraaken;
d’ Oogen waaken,
Met de dood in duysterheen.
*waardevol en kostbaar *verspild
graag gelezen.